Geluwe in beelden

Info - kapelletjes - Stokstraat - O.L.V. van troost

Nr. 8 (in de nabijheid van). Neogotische wegkapel beschaduwd door twee linden aan de oprit van de wederopbouwhoeve z.g. "Ter Ley" uit het begin van de jaren 1920 met losse bestanddelen en afgezonderde tabaksast.
"Traditioneel", bakstenen kapelletje met jaarsteen "CH. 1925 S." (Charles Soetaert) in de top van de trapgevel met schouderstukken en overhoekse steunberen. Spitsbogige muuropeningen en nissen. Bepleisterd interieur.
Houten altaar met gipsen beeld van O.-L.-Vrouw. Opschrift "O.-L.Vrouw van Troost. B.V.O.".
(Bron: Vlaams instituut voor onroerend erfgoed.)


Welke Geluwnaar kent er "Pattyns kapelleke" niet, op het kruispunt van Klytemolenstraat en Stokstraat, op de inrit naar de hoeve Gerard Pattyn-Desimpelaere?
Geluwse chirojongens die ooit meegetrokken zijn op de onvergetelijke voettochten naar Houtem trokken er langs voorbij... een mooi wandelhoekje dat je niet zo vlug vergeet.
August Pattyn heeft ooit verteld dat er reeds in 1850 een kapelleke stond. Ook zijn moeder heeft het er altijd geweten. In die tijd was het niet alleen een toevluchtsoord tegen ziekten of ander onheil maar ook tegen ... geitebokken. Want de Pattyns hadden een bok die ooit eens een jongen als stootdoel nam. De arme sukkel vond gelukkig O.L. Vrouwe op zijn weg, want toen stond het kapelletje nog op een paal waar hij vliegensvlug opwipte: van zondebokken en geitebokken, verlos ons Heer!
Tijdens de eerste wereldoorlog verdween het beeld herhaaldelijk. Eens werd het in het koren teruggevonden. Een andere keer verdween het voorgoed. Men zegt dat de Duitsers het hadden weggenomen en weggeworpen. Het kapelletje op de paal werd vernield.
Even voor 1925 sprak E.H. Tanghe de wens uit een stenen kapel te bouwen. Op dat moment woonde Charles Soetaert op het hof. Van de familie Verhaeghe uit Wervik(?)-Frans verkregen ze het hoekje land waarop de kapel zou gebouwd worden. Theofiel Lecleir zou het gemetseld hebben voor 1600 fr. Het werd gepareerd in zwart-witte kleuren. De regenvloed van 1925 liet wit en zwart echter door elkaar vloeien.
De inwijding ervan verliep ook niet zo vlot. Het aanhoudende slechte weer belette dit. De eerste datum werd uitgesteld...
De zondag dat het dan toch ging gebeuren was het weer er niet veel beter op geworden en pastoor Deslypere kwam niet af, evenals de Congregatie van O.L. Vrouw. Meneer Verhaeghe is er dan omgereden - alleen om de pastoor natuurlijk - met zijn wagen.
Tot voor de tweede wereldoorlog werd er elk jaar op de vooravond van mei versiering aangebracht en kwam het gebuurte er bidden. Zelfs het 85-jarige Wiezeke Verschaeve slefte er zich nog naartoe. Men bad er een paternoster en de kinderen zongen liedjes.
Tijdens de tweede wereldoorlog zelf kwamen de bewoners van de wijk er bidden en trokken vandaar naar Houthoofds kapel in Wervik.
De linden rond de kapel werden in 1929 door August Pattyn gekocht van een hovenier uit Ieper voor een schappelijk prijsje van 30 fr. het stuk. Boven de kapel staat volgend opschrift:
CH (=Charles)
1925
S (=Soetaert)
(Bron: Brochure Wandelzoektocht "Rondom de veldkapel", 1978, Dirk Decuypere)